Haargroei en rui

Pups komen behaard ter wereld en de voor de pups kenmerkende vacht ontwikkelt zich al tijdens de groei in het lichaam van de moederhond. De jeugdvacht verschilt nog van de volwassen vacht in zowel hardheid als samenstelling. Naarmate de hond namelijk ouder wordt, neemt ook het aantal haren toe. Zo rond de geboorte zijn ze in een bosje van zo'n twee tot vier haren gebundeld, maar dat neemt daarna snel toe. Zo rond de leeftijd van vier maanden is de jonge hond druk bezig met het verkrijgen van zijn volwassen vacht, waarin elk bosje zo'n vijf tot wel vijftien haren telt. De rui van de puppievacht naar de volwassen vacht begint gewoonlijk rond de achtste of tiende levensweek en met zo'n zestien weken is bij het merendeel van de honden deze rui achter de rug.

Daarna zal de hond tweemaal per jaar verharen, hoewel daarop ook wel uitzonderingen voorkomen. De zogenaamde voorjaarsrui vindt plaats in de maanden maart tot mei en de herfstrui mag men zo van september tot november verwachten. De rui is een proces waarbij de oude en afgestorven haren los komen te zitten en de nieuwe haren tot ontwikkeling komen. De zomervacht blijft gemiddeld dus zo'n zeven maanden behouden, terwijl de wintervacht gewoonlijk al na ongeveer zes maanden wordt vervangen.

Het is belangrijk dat men weet dat de hiervoor genoemde ruiperioden slechts een benadering zijn, aangezien de rui door veel factoren wordt beïnvloed. De belangrijkste factor is daarbij de lengte der dagen, ofwel het aantal uren daglicht. Onderzoekers hebben gevonden dat de rui begint als het aantal uren daglicht tussen de 10,8 en de 12,8 ligt. Ook de duur van de rui is door wetenschappers onderzocht. Bij een dagelijkse vachtverzorging is de rui na ongeveer 6 tot 7,5 week afgelopen en gebleken is dat het ras van de hond nauwelijks invloed heeft op de rui.

De rui kan in drie verschillende perioden worden onderverdeeld, namelijk het begin, het hoogtepunt en de eindfase. Alle drie deze perioden zijn ongeveer even lang. Ongeveer drie tot vier weken na het begin van de rui wordt het hoogtepunt bereikt en in die tijd verliest de hond het dertigvoudige aan haren als in de andere fasen van de rui.