Onze honden en de gezondheid

Men moet de nieuw verworven huisgenoot aan de dierenarts laten zien. Hij onderzoekt of de pup goed gevoed en gezond is, of het kleine kereltje wormen heeft, en of hij een opbouwinjectie nodig heeft. Hij geeft aanwijzingen voor de verzorging van nagels en oren en verricht eventueel de nodige inentingen. Het eerste contact met de dierenarts moet niet plaats vinden als de hond ziek is.

Lijkt onze hond lusteloos, wil hij niet eten, gedraagt hij zich ook overigens anders dan gewoonlijk, dan nemen wij in de anus de temperatuur op. Na enige uren doen wij dit ter controle weer. Is de temperatuur ook dan hoger dan 39' C (normaal is 38' C), vertoont de hond een of andere huidaandoening of vochtige afscheidingen uit ogen en/ of ne-us, raadpleeg dan terstond de dierenarts. Het is goedkoper, meerdere malen preventief naar de dierenarts te gaan, dan dat de hond later een langdurige behandeling moet ondergaan. Nooit moet men zelf aan de hond gaan dokteren, ook niet als 'ervaren' hondenbezitters goede raad geven. Nooit mag een hond met een van ouds bekend huismiddeltje en net zo min met een voor mensen bestemd geneesmiddel worden behandeld. Wat voor ons genezend is, kan voor de hond dodelijk zijn. Voor menige hond werd een onschadelijke buikloop fataal, omdat hij een voor mensen bestemd middel daartegen kreeg.

Het is raadzaam, eenmaal in het jaar de urine van de oudere hond te laten o.aderzoeken. Op oudere leeftijd zijn honden dikwijls onderhevig aan nieraandoeningen. Door een geregeld onderzoek kunnen deze tijdig geconstateerd en behandeld worden.

 

 

Inentingen