Voeding

Goede voeding levert een belangrijke bijdrage aan de gezondheid van de hond. Net als bij mensen, is de zwaarlijvige hond nooit voor honderd procent fit. Maar ook de hond die onvoldoende voedsel krijgt of, wat meer voorkomt een slechte kwaliteit voeding, is niet staat voldoende weerstand te bieden aan infecties en andere ziekten die hij kan oplopen. De hond moet een juist uitgebalanceerde voeding krijgen, die van zeer goede kwaliteit is. Dit kan een goed merk kant-en-klaar voeding zijn, maar natuurlijk ook een door uzelf samengesteld menu. In dit laatste geval dient u er goed op te letten, dat de bestanddelen van het hondevoer er in de juiste samenstelling en in de juiste hoeveelheid in zitten. In zelfbereide maaltijden voor de hond dient een behoorlijke hoeveelheid eiwitten in de vorm van vlees, vis, hart of gekookte eieren voor te komen, en een hoeveelheid koolhydraten, voorkomend in bruin brood, voorbewerkte granen of een goede kwaliteit hondebiscuits. Een grote hoeveelheid vet is niet goed voor de hond, zeker niet voor de zwaardere hond, hoewel een bepaalde hoeveelheid vet nooit in de voeding mag ontbreken. Vet is naast een geconcentreerde bron energie ook belangrijk voor de conditie van huid en vacht.

Op wat voor manier u de hond ook voert, belangrijk is dat u zorgt voor een goede hygiëne ter voorkoming van infecties of ziekten. Het is verstandig om bij de bereiding van de voeding van uw hond dezelfde hygiënische maatregelen te treffen als bij de bereiding van uw eigen eten.

De sterkte van het gebit van de jonge hond is afhankelijk van de voeding die aan de moeder werd gegeven toen ze drachtig was.

Grote mergpijpen zijn erg gevaarlijk, omdat hiervan stukjes kunnen afbreken die worden doorgeslikt en aanleiding kunnen geven tot verstopping of verwondingen. Varkensbotten en botjes van wild of pluimvee kunnen door hun hoge kalkgehalte gemakkelijk splinteren en in de slokdarm, maag of darmen verwondingen veroorzaken.

De voeding van uw hond moet de belangrijke mineralen calcium en fosfor in de juiste verhouding (calcium:fosfor = 1,2:1) bevatten en daarnaast de essentiële aminozuren. Ook vitaminen en sporenelementen moeten in de juiste verhouding en dosering in het voer van de hond voorkomen. In verband met het gevaar van besmetting met het voor de hond dodelijk verlopende virus van de Ziekte van Aujeszky is het sterk af te raden de hond rauw varkensvlees te voeren of botten van varkens te geven. Overigens kan de besmetting met dit virus ook op rundvlees overgaan als dat in contact komt met besmet varkenvlees. Het gebruik van hetzelfde (slagers)mes of hakblok kan al de nodige risico's voor de hond opleveren.

Voor de hond moet altijd dag en nacht vers en schoon water klaarstaan, waaruit hij naar eigen goeddunken moet kunnen drinken.