Introductie
Voor honden is het gehoor één van de belangrijkste zintuigen. Naast het reukorgaan maken ze erg veel gebruik van hun gehoor om alles rondom in de gaten te houden. Dat is bij honden goed te zien aan het levendige orenspel waarbij ze alle geluiden proberen op te vangen.
Bij het oor van de hond zijn drie delen te onderscheiden, namelijk het uitwendige oor, het middenoor en het inwendige oor. Alleen het uitwendige deel is voor de hondenliefhebber goed te verzorgen. Het middenoor en het inwendige oor liggen goed opgeborgen achter het trommelvlies. Geluidstrillingen worden door de oorschelp opgevangen en de gehoorgang ingeleid. Aan het eind van die gang brengen ze het trommelvlies in trilling. Via een ingewikkeld systeem van kleine botjes en vloeistof worden die trillingen overgebracht naar de gehoorzenuwcellen. De zenuwbanen voeren de tot prikkels omgezette geluiden naar de hersenen, die ze dan weer als geluiden tot bewustzijn brengen.
Het uitwendige oor bestaat uit de oorschelp en de uitwendige gehoorgang. Deze gang loopt nagenoeg verticaal naar beneden, maakt dan een vrijwel rechte hoek om vervolgens horizontaal verder te lopen naar het trommelvlies. De wand van de gehoorgang is net als de oorschelp bekleed met huid en haren. In de gehoorgang treffen we ook talgkliertjes aan, die het oorsmeer produceren. De functie van het oorsmeer wordt naar buiten gebracht en de hond zal het regelmatig wegvegen door met zijn poten langs zijn oren te krabben of met zijn hoofd over de grond te vegen.