Verzorging van de stokharige vacht
Wat hun verzorging betreft zijn zowel de stokharige als de langstokharige Duitse Herdershonden gelijk. Het gereedschap dat we voor de verzorging nodig hebben is de zogenaamde 'herderhark', die bestaat uit een handgreep en een of meer rijen stompe pennen of driehoekige puntjes. Goed bruikbaar zijn de herderharken met twee rijen stompe driehoekjes. Het is aan te bevelen om gelijk goed gereedschap aan te schaffen. De goedkopere herderharken zijn soms aan de punten slecht afgewerkt en dat kan bij uw hond huidbeschadigingen geven. Met de herderhark wordt de onderwol zover teruggebracht, dat zij niet meer plukkerig uit de vacht steekt.
Eerst kunt u de hark zonder al te veel druk, met de inplantrichting van de haren mee, over het hele lichaam van de hond halen. Daarna begint u bij een achterbeen de op de dijen uit de vacht stekende onderwol weg te harken. Dit gaat het makkelijkst als u met de duim van de linkerhand het haar omhoogbrengt en met het harkje in een scherpe hoek de haren onder de duim bewerkt. Zo kunt u het dijbeen afwerken naar de heupen en van de staartaanzet naar voren.
De staart moet met de nodige voorzichtigheid behandeld worden, aangezien de meeste Duitse Herders daar gevoeliger zijn dan elders op het lichaam. Hierna bewerkt u de zijkant van het lichaam op dezelfde wijze als hiervoor werd beschreven en datzelfde geldt voor de schouderpartij.
Daarna behandelt u op precies dezelfde manier de andere kant van het lichaam. Vervolgens is de halspartij aan de beurt. Dit is een moeilijk deel aangezien u door de dichte beharing nauwelijks tot op de huid kunt komen. Als de kraag, en dat geldt ook voor de staart en de broek, te dik is dan komt men er met de hark niet meer door. Men heeft dan een grove kam nodig, die lange, ver uiteenstaande afgeronde pennen heeft. Vooral bij langstokharige honden is de halskraag het moeilijkste van alles. Na de hals is de rug aan de beurt om uitgeharkt te worden. De broek, de buik en de borstpartij neemt u als laatste om met de hark of kam te bewerken. Door de gevoeligheid van de buik moet u ook daar voorzichtig te werk gaan.
Vervolgens moeten al het stof en de huidschilfers, die u met het harken naar boven hebt gehaald, uit de vacht geborsteld worden. Voor dit doel is een ovale borstel met dikke, harde haren van natuurprodukt het meest geschikt. Gebruik liever geen borstel met kunststof haren. Ook een borstel met rubbernoppen of een zogenaamde borstelhandschoen voldoet goed. Borstel de hond stevig met de inplantrichting van de haren mee. Maak de borstel tijdens het borstelen regelmatig schoon, zodat de stof en schilfers ook inderdaad uit de vacht worden gehaald. Als uw Duitse Herder erg stoffig is, kunt u de borstel ook goed nat maken.
Daarna kunt u de vacht met een droge, zachte zeemleerlap tot hoogglans wrijven en uw hond staat daarna weer fraai te glimmen. Doordat veel Duitse Herders binnenshuis worden gehouden, zullen ze bijna doorlopend wat verharen. Het is dan ook aan te bevelen om de honden regelmatig te harken en te borstelen. Honden die buiten in de kennel verblijven zullen daar, afhankelijk van het weer, meestal niet zo'n last van hebben. In normale omstandigheden zullen de honden in het voor en najaar enkele weken sterk in de rui komen. Met name in die periode is een dagelijkse hark- en borstelbeurt zeker noodzakelijk.